N.B. Deze post is van het oude systeem, ik sta vanwege die reden niet garant voor het kloppen van werkende en goed gevormde plaatjes, links (intern en extern) en andere van dat soort zaken
Het Spijkerkwartier, of liever gezegd, de prostitutie in het Spijkerkwartier is niet meer.
Ik heb een tijdje in die wijk op school gezeten. In die tijd kwam ik er bijna dagelijks, en eerlijk gezegd vond ik het er wel leuk zoals ‘t was. Het was een heel levendige, diverse wijk. Mooie, oude huizen, veel groen, vreemde winkeltjes, koffie- en smartshops, striptekenaars, en dus ook prostitutie. Op het oog gebroederlijk naast het traditionele deel van de wijk. De herenhuizen van de gegoede burgerij. Het kwam eerder als een kleurrijke dan als een problematische wijk op me over. In ieder geval minder problematisch dan bijvoorbeeld Malburgen of Klarendal… in die wijken heb ik me nooit echt op m’n gemak gevoeld, terwijl het Spijkerkwartier een vreemde relaxedheid uitsraalde. En iets compleets. Het was haast een complete stad, samengebald in een enkele wijk.Hier moet ik bij opmerken dat de wijk een groot deel van haar charme verloor toen de wegen langs de roodverlichte ramen werden afgesloten voor auto’s. Niet dat het zo gezellig werd van de vele auto’s in die wijk, maar de kaalheid die ontstond toen ze eenmaal weg waren was wel onprettig. Met het verdwijnen van de auto’s verdween ook de kunstgallerie, en veel etalages met meisjes kwamen leeg te staan wegens een gebrek aan klanten, terwijl de huizenprijzen stegen.
Geloof me, projektontwikkelaars kunnen behoorlijk kwijlen als ze ontdekken dat ergens in een schattig oost Nederlands stadje een hele wijk vol statige, oude herenhuizen praktisch leeg is komen te staan, en een cynisch stemmetje in m’n achterhoofd fluistert me ook in dat dat de ware reden is waarom er steeds meer regeltjes kwamen die specifiek op die wijk van toepassing waren. Het argument dat prostitutie niet in een woonwijk thuishoort vind ik zwak. Als het niet in een woonwijk thuishoort, waar dan wel?
De warme buurt van Arnhem is op die plek terechtgekomen omdat men in de zeventiger jaren ontdekte dat grote huizen meer opbrengen als je ze per kamer (of liever; per bed) verhuurt dan per huis. En dan heb ik het niet over de bedden in de peeskamertjes, maar over de bedden die destijds werden verhuurd aan de gastarbeiders die in de Arnhemse industrie de klusjes op kwamen knappen waar de Arnhemmers geen zin in hadden. Mannen die alles achter moesten laten. Zelfs hun echtgenote. Vind je ‘t gek dat daar dames van lichte zeden op af komen. Da’s gewoon de wet van vraag en aanbod.
Bovendien.. dat kleine stukje met roodverlichte ramen, ingeklemd tussen de Hertogstraat en de spoorbaan (nog geen 5 minuten lopen vanaf station Velperpoort) is voor een niet-treinspotter die graag iets anders wil doen dan dag en nacht luisteren naar voorbijdenderende wagons niet de meest ideale plek om te wonen. Hoezo woonwijk? Dure huizen op een foute lokatie… die raak je echt niet makkelijk kwijt.
Raar. Ondanks dat ik er al tijden niet meer ben geweest, mis ik die wijk nu. Doordat het zo’n kleurrijke, afwijkende plek was. Op de rand van de afgrond is het leven pas intens.. misschien is het dat wel? Misschien is het ook wel het gevoel dat het in me oproept dat iets dat gewoon onderdeel is van onze samenleving, of je ‘t nu wilt of niet, zover mogelijk weggestopt moet worden. Eerst in dat kleine hoekje van die wijk, nu naar het industrieterrein. Zover mogelijk uit het zicht. Zoals ooit de zieken en gehandycapten buiten de stadspoort werden gezet.