Driving to Dunkirk
July 3rd, 2010Ooit las ik in het Noordhollands Dagblad een column. Een klaagzang. De schrijver was er niet zo blij mee dat hij zich als journalist nog moet bewijzen voor erkenning. Ooit was de krant een meneer, nu is de lezer een kritische nieuwsconsument.
Nog geen week later sprak diezelfde krant, in de gedrukte versie, over de Achterhoek als een streek in “het oosten van Overijssel” toen VVV Kop van Noord Holland aankondigde dat ze de guerilla-aktie van het Achterhoeks Bureau voor Toerisme misschien als bron van inspiratie gingen gebruiken.
Als een volleerd polemist heb ik daarop gereageerd door de krantenredaktie een bericht te sturen waarin ik gekscherend opmerkte dat het misschien verstandig was daarbij de term “West Friesland” te vermijden, omdat dat eerder goed zou zijn voor de promotie van de omgeving rond Stavoren dan van de afgelegen gebieden in het noorden van Noord Holland.
Naast het al getoonde kennelijke gebrek aan algemene ontwikkeling door een bekende regio van dit land aan een andere provincie toe te dichten, etaleerde Meneer Krant nu ook een schijnbaar gebrek aan humor en respect; op mijn berichtje kwam zelfs geen ontvangstbevestiging retour…
Afgelopen week moest ik aan dit bovenstaande terugdenken bij het zien van een nieuwsuitzending van Omroep Gelderland. De aanleiding is ellendig; een groepje Britse jongelui fietst door Europa om geld in te zamelen voor Help for Heroes, en de een of andere neanderthaler vond het nodig hun tentje leeg te roven en vervolgens in brand te steken toen deze mensen even het dorp in waren gegaan om een fietsband te laten plakken. Sneu. zeker bij het zien van de verkoolde resten van een fotocamera had ik erg met hen te doen.
De route waarlangs wordt gefietst, is er eentje langs plekken die een belangrijke rol hebben gespeeld in de Tweede Wereldoorlog; er verschijnt keurig een kaartje op het scherm met een route van Caen naar Arnhem langs bekende slagvelden, maar er gebeurt iets raars; Duinkerke ligt ineens niet meer aan de Franse kust, daar waar de getoonde route een bocht maakt, maar een goede 50 kilometer verderop, ongeveer op de plek van Diksmuide in België. Vreemd; een heel stuk verder op de route, in een heel ander land, ver van de plek waar iedereen die in groep 8 van de basisschool aardrijkskunde of geschiedenis heeft gehad denkt dat het ligt. Ook na inspectie van verschillende landkaarten heb ik in de buurt van Diksmuide geen tweede “Duinkerken” kunnen ontdekken. Het lijkt erop dat iemand Duinkerke niet kon vinden omdat het op landkaarten meestal gespeld wordt als Dunkerque, en daarom maar ergens ‘in de goede richting’ een stipje heeft neergezet en er een naampje bijgeplakt. Als een soort tegenhanger van de zo vaak vervloekte Google-journalistiek. In plaats van een halve minuut te verspillen aan het opzoeken, kun je tenslotte ook op je intuitie afgaan. Morgen zijn ze ‘t toch vergeten. Meestal, tenminste.