11 augustus. Precies 18 jaar geleden stond ik op camping Murgtal in Rastatt-Gernsbach vol verwondering naar de lucht te kijken naar de zonsverduistering van 11 augustus 1999, die met een rotgang over Europa trekt. De twintigste eclips uit saros-serie 145, die sinds 4 januari 1639 braaf eens in de achttien jaar een zonsverduistering voortbrengt. Steeds een stukje zuidelijker en westelijker.
De periode van 18 jaar, 11 dagen en 8 uur zit er nu bijna op, wat betekent dat de eenentwintigste zonsverduistering uit saros 145 er heel snel aan zit te komen. Een bijna identieke baan als in 1999 via Engeland over Europa via Turkije en Iran naar het oosten trok, trekt nu een spoor van schaduw over de Verenigde Staten, beginnend in Oregon en eindigend in North Carolina. Het is nu al een hele hype. Niet ten onrechte, want het is een makkelijk bereisbaar gebied met veel wegen en, zeker in de droge woestijnachtige een beetje aan de westkant van de VS beloven een mooi heldere hemel, waar goed te zien zal zijn dat de maan langzaam voor de zon schuift en al het licht ervan wegneemt. Da’s in een paar uur gepiept. De eerstvolgende keer dat Saros 145 dan weer van zich laat horen is 2 september 2035, maar dan in China, Noord Korea en Japan.
Alsof de duvel ermee speelt rijden er vandaag geen treinen richting Schiphol, en moet ik, ondanks een middagvlucht, alsnog vroeg van huis om op tijd mijn tassen te laten labelen en de douane te passeren. Dit laatste blijkt een hele speurtocht; bij het labelen van de ruimbagage wordt een gatenummer doorgegeven dat niet het échte gatenummer is, maar een ruimte waar een kort intakegesprek wordt afgenomen. Na dat gesprekje wordt er een blauw labeltje op de buitenkant van het paspoort geplakt en wordt verteld bij welke gate het vliegtuig straks wél vertrekt. Het klinkt omslachtig, maar verloopt vlot en soepel, en het toestel vertrekt mooi volgens schema. Ik heb een plek in de middelste rij stoelen, maar wel aan het gangpad en nabij een nooduitgang. Dat betekent dat ik tegen een kale muur, met van die gaatjes om een babywiegje in te kunnen klikken, aan moet kijken. Het scherm van het entertainmentsysteem zit op een rare wegklapbare zwenkarm gemonteerd in plaats van in de hoofdsteun van de stoel voor me, maar dat is echt honderd keer beter dan achter zo’n grappenmaker te zitten die probeert de knieschijven van de persoon achter ‘m te breken door onaangekondigd de stoel in de slaapstand te knetteren.
Het blijft de hele vlucht licht buiten, dus de schuifjes voor de ramen gaan naar beneden, zodat degenen die willen slapen de kans krijgen een paar dutjes te doen. Dat scheelt een jetlag. Het vliegtuig komt tenslotte in de namiddag aan in Atlanta, maar op dat moment is het in Nederland al negen uur ‘s avonds geweest. Een rustmomentje tussendoor maakt het makkelijker daarop aan te passen. Bovendien heb je dat inflightmagazine na een keer doorbladeren wel gezien, en is het wel heel erg behelpen om films te bekijken op die kleine 7-inch-schermpjes. Al ben ik wel te spreken over de twee films die ik tijdens de vlucht heb gekeken. “Anchorman: The Legend of Ron Burgundy” is echt dronkenmanshumor. Het ligt er zo dik bovenop dat het het niveau dat het niet grappig meer is al is gepasseerd en juist wel weer grappig wordt. Bovendien heeft het iets prettigs Christina Applegate in een leidende rol te zien. Door de rol van Kelly Bundy die ze van 15- tot 26-jarige leeftijd speelde heeft een hele generatie haar op zien groeien, zoals nu een hele generatie is meegegroeid met de acteurs uit de verfilmingen van de boeken over Harry Potter. Daarnaast word ik heel blij bij de gedachte dat, nu, de kindjes van Chistina Applegate opgroeien met de liedjes van Drs. P. – en dan vooral het wat morbide maar o zo mooie Gezusters Karamazov
Een stuk serieuzer is de tweede film die ik heb bekeken. Misschien ook meteen wel wat bedroevend en heel erg aangrijpend. Ik had een beetje gehoopt dat “The Immortal Life of Henrietta Lacks” over Henrietta Lacks zelf zou gaan, maar in plaats daarvan gaat het over de familie, en de omstandigheden waaronder de zo beroemde allereerste HeLa-cellen ooit zijn afgenomen. Geen vrolijkmakend verhaal. Totaal niet.
Doordat deze vlucht in de middag vertrekt en ook in de middag aankomt wordt er tweemaal lunch geserveerd, en tussendoor zijn er ook de nodige snacks. ‘t Is haast een opgave alles weg te krijgen. Niet in de laatste plaats omdat dat de Francaise naast me niet lukt, en zij me broodjes en ijs toestopt. Absoluut geen straf; deze maaltijden zijn heel erg goed te hachelen.
De aankomst verloopt wat chaotisch. Aan boord zijn selectief inreisformulieren uitgedeeld. Wie ná 2008 in de Verenigde Staten is geweest krijgt er geen, want, omdat van die mensen de biometrische gegevens al in de database staan is het mogelijk via een elektronisch poortje in te reizen. Klinkt mooi, maar wie bij aankomst op Atlanta de bebording volgt komt ner-gens zo’n poortje tegen en zit er niets anders op dan alsnog zo’n formulier invullen, en braaf aansluiten in de rij waar iedereen die geen Amerikaans paspoort heeft staat te wachten. Bij het zien van die rij en de snelheid waarmee die beweegt voelt een overstap van drie uur wel weer heel kort. Gelukkig wordt na lang wachten door een gransbeambte gevraagd of ik wel toestemming van m’n moeder heb om helemaal alleen op pad te gaan, en als ik daarop antwoord dat ik geen briefje heb meegekregen, maar dat ze wat mij betreft naar huis mogen bellen krijg ik het verlangde stempeltje in mijn paspoort en mag ik naar binnen voor een volgende tussenstap. Net als op Schiphol moet weer iedere passagier door een naaktscanner, en moet elke tas, laptop en schoen door een röntgenmachine – waarna je zelf je eigen koffer van de carrousel moet pakken en op een andere lopende bad weer neerzetten, om de baggage op de eindbestemming te krijgen. Voor mijn gevoel neemt dit uren en uren en uren in beslag, maar uiteindelijk valt het wel mee. Na een ritje met het trammetje naar de juiste terminal en een kort loopje naar de goede gate staat het toestel dat me naar Miami moet brengen er al wel, maar duurt het nog zeker een half uur voordat er begonnen gaat worden met boarden. De rust is wedergekeerd.