Normaal hou ik er niet van om activistisch en politiek getinte oproepen te doen, maar nu maak ik daarop een uitzondering. Nog tot 14 januari worden er steunbetuigingen ingezameld om het Onvoorwaardelijk Basisinkomen besproken te krijgen in het Europees Parlement. Persoonlijk is dat iets waar ik echt in geloof. Niet in de laatste plaats omdat de sociale zekerheid nu een afzichtelijk lelijke lappendeken van regeltjes, subsidies, toeslagen en aftrekposten is. Regetjes die niet alleen voor degenen die er aanspraak op kunnen maken dusdanig vaag zijn dat er tenenkrommend irritante voorlichtingscampagnes nodig zijn om uit te leggen hoe het werkt – ze zijn ook nog eens dusdanig log en lomp dat er een heel leger ambtenaren nodig is deze regels uit te voeren en te controleren. Mensen die écht wel meer capaciteiten hebben dan bij mensen thuis tandenborsels tellen om na te gaan of een bijstandstrekker niet stiekem samenwoont. Om nog maar te zwijgen over het feit dat het niet aantrekkelijk gemaakt wordt voor om te gaan werken als iemand direct wordt gekort op z’n WW, kinderbijslag, bijstand, Wajong of studiefinanciering zodra hij of zij gaat werken. Dat werkt demotiverend, staat een inclusieve samenleving in de weg, en zorg bovendien dat inkomensvoorzieningen nog lastiger te controleren zijn – en de overheadkosten hoger. De enige werkbare en houdbare oplossing is het verstrekken van een gegarandeerd basisinkomen. Een maandelijkse toeslag voor iedereen, ongeacht leeftijd, burgerlijke staat, vermogen of beroep. Het kan in één klap alles van kinderbijslag tot AOW en alles ertussenin vervangen, en maakt huursubsidie, koopsubsidie, zorgtoeslag, KOR, sporters- en kunstenaarssubsidies, zelfstandigenaftrek, studiefinanciering en al die andere subsidies overbodig; wie geen aanvullende bron van inkomsten heeft kan ervan leven, en wie het niet nodig heeft betaalt het via de belasting terug.
Het concept van een gegarandeerd basisinkomen is niet nieuw. Diverse publicisten, waaronder Thomas More, Thomas Paine en Pim Fortuijn hebben het bepleit, en in Nederland adviseerde de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid de invoering ervan. Dat gebeurde in 1985, middenin een recessie die heftiger was dan het economische dip dat we nu doormaken. In 1992 herhaalde het Centraal Planbureau die oproep. Heden ten dage is de definitie van arbeid lang niet meer zo star als toen, nu er steeds minder gekeken wordt naar de tijd die op de werkplek wordt doorgebracht, maar meer en meer naar de hoeveelheid werk die wordt verzet. In de negentiger jaren was er nog geen sprake van stukloon bij postbezorgers, bestonden de termen ZZP’er en Het Nieuwe Werken nog niet eens, en ook van een participatiesamenleving had nog niemand gehoord. Toch was er toen al het besef dat er een betere manier bestaat om het recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin te garanderen dan stempelen.
Afgelopen zomer is het in Zwitserland gelukt voldoende handtekeningen te verzamelen om een referendum af te dwingen over het voorstel maandelijks 2500 Zwitsese franken bij te schrijven op de bankrekening van iedere Zwitser. Nederland heeft een minder directe democratie dan Zwitserland, maar tot 14 januari kunnen voor- én tegenstanders van een gegarandeerd basisinkomen het Burgerinitiatief ondertekenen op sign.basicincome2013.eu om ervoor te zorgen dat er in ieder geval eens serieus gesproken gaat worden over dit onderwerp in het Europees Parlement. Ondertekenen kan nog de hele week