Archive for November, 2010

Rest van de dag vrij

Saturday, November 27th, 2010

Vanmorgen rond 8 uur stond de koerier op de stoep waarna een emotioneel weerzien volgde met mijn tas. De eerste op de route, dus de rest van de dag vrij. Na de koffie een rondje gereden om weer te wennen aan een handgeschakelde auto, om de remmen weer gangbaar te krijgen en om wat boodschappen te doen. Mijn otoplastieken zijn klaar, en m’n koelkast redelijk leeg.
Morgen begint de ratrace weer, maar eerst is het tijd voor boerenkool.

Mama, I’m coming home

Friday, November 26th, 2010

Zo zit je lekker onder de palmen, en zo zit je in het koude Nederland.
Op Thanksgiving day probeer ik nog een pakje te versturen, maar werkelijk alle winkels zijn gesloten. Dat schiet dus niet op.
Na wat foto’s te maken in het charmante plaatsje Goodland en afscheid te nemen van de mensen waar ik zo welkom was stap ik in de auto voor m’n laatste rit in deze fijne Nissan Versa waarmee ik in de afgelopen maand ruim 5000 mijl heb afgelegd. Over de Tamiami Trail, door het moeras en langs dorpen van de Mikosukee (die gelukkig wel een winkel open hebben. Deze Thanksgiving ben ik dankbaar voor de oorspronkelijke bewoners van Florida en hun gezonde handelsgeest). Terug naar het vliegveld van Miami. Uit de luidsprekers schalt de stem van Ozzy Osbourne. Mama, I’m coming home. Toepasselijke kan haast niet.
De auto wordt ingeleverd, met een nog voor meer dan een kwart volle tank. Kassa voor de verhuurder…
Het pendelbusje brengt me naar het vliegveld, waar ik m’n bagage aan de balie afgeef. Gisteren heb ik al online ingechekt.
De vlucht zelf verloopt vlot. Het eten is goed, de wijn is lekker en doordat de vlucht niet vol is, heb ik een hele rij stoelen tot m’n beschikking. Ik ben te lang om gestrekt te kunnen liggen, maar met de armleuninkjes omhooggeklapt en vier kussentjes onder m’n hoofd lukt het toch een fijne slaaphouding aan te nemen.
Voor ik er erg in heb verandert de schemering in daglicht en zie ik een ijzig wit besneeuwd Frankrijk beneden me. Ugh…

De vlucht van Parijs naar Schiphol verloopt iets minder vloeiend. De vluchten sluiten erg strak op elkaar aan. Goed te doen, maar tussen aankomen bij de gate en de geplande vertrektijd zit maar 5 minuten.
Nu is er wat meer tijd, want de vlucht is vertraagd vanwege het weer in Amsterdam. Het duurde deze ochtend wat langer dan gepland om de vleugels van het gedurende de nacht aangegroeide ijs te ontdoen, waardoor dat toestel pas later aan z’n vlucht naar Parijs toe kon beginnen. Ook bij de vlucht terug naar Amsterdam blijft het Amsterdamse weer opspelen. Door de mist is er maar 1 landingsbaan open, en daardoor kunnen er niet meer dan 45 vliegtuigen per uur landen. Dat betekent rondjes vliegen boven Rotterdam en geduldig wachten.
Wachten blijkt sowieso het mantra, want mijn ruimbagage vond te overstaptijd in Parijs te kort en heeft besloten met een latere vlucht mee te gaan. Nu ik dit schrijf wacht ik vol verlangen op de koerier die mij met m’n tas zal verenigen.

onverrichter zake

Thursday, November 25th, 2010

Terug in Nederland waren er gisteren in een aantal gemeenten gemeenteraadsverkiezingen. Ondanks dat ik vooraf bij mijn gemeente een volmacht heb aangevraagd voor iemand anders heb ik helaas geen gebruik kunnen maken van mijn democratisch recht.
Vandaag is het wel gelukt bij daglicht de eilanden Sanibel en Captiva te bezoeken, en op het laatstgenoemde eiland heb ik de zon in de zee zien zinken. Mooi. Daarna taart gekocht bij de Bubble Room. Daar was ‘t druk; je kunt echt merken dat het toeristenseizoen is begonnen. Al die lawaaiige bleke lui… ew…

Het niet meer zo verrassende nieuws van de NASA maakte me blij dat ik niet op zaken vooruit ben gaan lopen door een latere terugvlucht te regelen. Had ik dat gedaan, dan zou ik nu heel erg zuur zijn want de lanceerdatum voor de Discovery is verzet naar niet eerder dan 17 december. Ze doen maar… ik ga morgen lekker in m’n T-shirtje naar het vliegveld en ga thuis boerenkool eten en Sinterklaas vieren. Volgend jaar een herkansing? Wie weet…

Eiland

Wednesday, November 24th, 2010

In ieder geval heb ik iets de lucht in zien gaan tijdens mijn reisje. Op 21 november zag ik hoe een Delta IV een spionnagesatteliet naar boven bracht. Eerst een feloranje gloed aan de horizon, daarna een grote vlam als een soort mega-vuurpijl… die na een paar seconden in de wolken verdwijnt. Het geluid volgt pas veel later, aangezien ik dit alles toch van een paar kilometer afstand zag.
Aansluitend ben ik Florida verder gaan verkennen. Eerst een best stuk terug in de richting waar ik vandaankwam, naar Silver Springs bij Ocala. Kort nadat het park de volgende dag opende heb ik daar een stukje gelopen. Mooi gebied, maar achteraf bezien het lange omrijden niet waard. Daarna verder zuidwaarts. De Tampabaai. Het ziet er hier uit als in de film. Brede boulevards met palmen die uitkijken om het water in de baai, dat soort spul. ook Gibsonton ligt aan die baai. Een slaperig stadje waar weinig bijzonders aan te zien is, behalve dat er veel kermiswagens en -attracties her en der geparkeerd staan. Gibsonton is van oudsher de plaats waar kermissen en circussen overwinteren. Her en der zie je overblijfselen uit de tijd dat deze rondtrekkende evenementen bezoekers trokken door de mismaakte medemens als een bezienswaardigheid te laten zien. Heel subtiel; het postkantoor heeft een speciaal verlaagd loket voor dwergen.
Langs de kust ga ik verder naar het zuiden. In eerste instantie met de bedoeling Sanibel en Captiva te bezoeken, maar tegen de tijd dat ik bij de dam die het land met de eilanden verbindt aankom is het alweer donker. Daarom ga ik nog verder naar het zuiden. Terug naar Marco Island waar ik ook de eerste dagen van mijn trip doorbracht. Ik kom op tijd aan om de finale van het veelbesproken Dancing With The Stars te bekijken. Jennifer Grey wint de finale, en voor zover ik weet heeft ditmaal niemand zijn TV kapotgeschoten met een jachtgeweer wegens de niet al te geweldige danskunsten van Bristol Palin.

Het nieuws met betrekking tot de nog steeds geplande lancering van Discovery volg ik op de voet, en nog steeds heb ik er een hard hoofd in. Er is druk geknutseld aan de tank. De scheuren die zijn ontstaan bij het vullen van de tank met vloeibare waterstof zijn kennelijk gedicht, de lekke pakking vervangen en er volgt een nieuwe laag isolatie. Vandaag komt een groep mensen bij elkaar om de status van deze reparatie te bespreken en te bepalen of er begin december al dan niet gepoogd wordt te lanceren. Ben benieuwd. Mijn vooraf geboekte retourvlucht is morgen, maar als er vandaag heel spectaculair nieuws naar buiten komt zou het natuurlijk de moeite waard kunnen zijn een enkeltje Europa te boeken voor een later moment.

Cocoa Beach

Sunday, November 21st, 2010

De afgelopen dagen heb ik doorgebracht in Cocoa Beach. Gisteravond liep ik heel hoopvol naar de pier, waarvandaan je echt een prachtig uitzicht hebt over de legerbasis Cape Canaveral, waarvandaan de Atlas-raket die een spionnagesatelliet in een baan om de aarde moet brengen ongeduldig wacht tot ie eindelijk de aarde mag verlaten. Helaas werd ook die lancering uitgesteld. In dit geval wegens een storing aan een paar temperatuursensors.
Als het goed is gaat de lancering morgenavond wel door.

Betreffende Space Shuttle Discovery, die ik ook o zo graag de lucht in zou zien gaan, krijg ik er meer en meer een hard hoofd in. De nieuwe lanceerdatum is gesteld op niet eerder dan 3 december – en vanaf dat moment is er tot 6 december de tijd. Er is dus maar een heel kleine tegenslag nodig om de lancering uit te stellen tot volgend jaar!

Het weer hier is overigens wel lekker. Zelfs ‘s avonds kun je nog gewoon in T-shirt naar buiten, en da’s welkom na de kou die heerst in Kentucky. Het strand aan de Atlantische Oceaan ziet er mooi verzorgd uit, er is een surfschool (al maak ik daar geen gebruik van) en werkelijk de mooiste surfwinkel die je je voor kunt stellen. Zelfs een onsportief iemand als ik wordt erg blij van Ron Jon.

Terug in Florida

Thursday, November 18th, 2010

Na een redelijk lange rit ben ik weer terug in het, nu wel, zonnige Florida. Het is zonnig en iets boven de twintig graden. Kwartjesweer.
Over de terugrit heb ik een kleine drie dagen gedaan, omdat ik ook nu mezelf de gelegenheid heb gegeven het een en ander langs de kant van de weg te bekijken.
De eerste avond, na de middag waarin ik vertrok, heb ik voor de tweede keer een bezoekje gebracht aan Nashville, om er een hapje te eten. Het blijft een heerlijke stad. In de ochtend erna heb ik een leuk, niet te lang, wandelingetje gemaakt in de canyon nabij Trenton. Denk: in de vroege ochtend helemaal alleen op de glibberige stenen van het kreekje kijken hoe de waterval zich onbevreesd vanaf de rotsen naar beneden stort.
Hiervandaan heb ik Vlaamse Lucie gevraagd nu eens niet de snelste (alleen Interstate) maar de kortste weg naar Atlanta op te zoeken. Dat leverde een nog steeds vlot rijdende maar erg inspirerende route op. Langs de kant van de weg valt heel wat bijzonders te zien, en soms zelfs iets schokkends, zoals een enorm veld met alleen maar kudzou. Dit kruid eet langzaam het hele zuiden op..
Aangekomen bij de grote weg besluit ik maar helemaal te gaan zigzaggen en ook de Nationale Begraafplaats van Georgia te bezoeken. Daarna: alsnog afzakken naar Atlanta om wat te lunchen. Als stereotiepe toerist heb ik mijn zinnen gezet op het Hard Rock Cafe, maar helaas blijkt die gesloten voor een besloten feest. De winkel is wel open, dus voor het eerst koop ik een shirt van een restaurant waar ik niet heb gegeten. Gelukkig weet de verkoper wel een leuke diner in de straat, alwaar ik heerlijk heb gegeten. Daarna ga ik nog ‘even’ naar Coca Cola, en dat blijkt een vergissing. Dat doe je niet in een uurtje, maar je bent er makkelijk een dagdeel kwijt. Zeker als je je overgeeft aan de belangrijkste attractie. De proeverij waar frisdrankfonteinen 170 verschillende drankjes uit de hele wereld zijn te proeven, die zijn geintroduceerd door of nu onder de beschermende vleugels vallen van The Coca Cola Company. Het is lang geleden dat ik voor het laatst het verfrissende Zimbabwaanse drankje Spar Letta heb gedronken…
Mijn bezoekje was veel te kort, en da’s zonde. Wie ooit tijd over heeft in Atlanta kan ik dit museum van harte aanbevelen.
Weer op weg naar het zuiden maak ik nog een heel heel klein uitstapje… het Gone With The Wind-district. Daarna verder. Een stukje buiten Macon besluit ik te overnachten op dezelfde manier als de locals doen. Op een truckersparkeerplaats gaan de deurtjes op slot en de stoel in de slaapstand. Na een dutje kun je de weg weer op. De overnachtende trucks blijven gedurende de nacht stationair draaien, dus stil wordt het niet – maar dat moet je op een paar honderd meter afstand van de snelweg ook niet verwachten, en heel stiekem is het lage gebrul van de geparkeerde Peterbilts en Macks erg prettig om aan te horen.

Na het passeren van de grens tussen Georgia en Florida volgt de moeilijke keuze… via Jacksonville gratis naar Cape Canaveral, of snel, via de tolweg. Ik besluit voor het laatste te kiezen. Scheelt een goed uurtje, en het passeren van een tolpoortje kost ten hoogste 2,50. Helaas blijft het niet bij 1 zo’n poortje. Da’s dan weer jammer.
Aangekomen in Cape Canaveral vind ik het verdacht rustig, en nadat ik het internet opga weet ik ook waarom. De lancering van de spionnagesatelliet is weer eens (een dag) uitgesteld, dus ik heb alle tijd van de wereld. Waar het op lanceringen aankomt heb ik tot op heden weinig mazzel…

Roadtrip

Wednesday, November 10th, 2010

De afgelopen dag heb ik wat meer kilometers verslonden. In de ochtend vertrok ik uit Dublin, en, tegen de zin van Vlaamse Lucie in, heb ik Interstate 16 niet meer gezien. In plaats daarvan heb ik zo’n 40 mijl de secundaire weg gevolgd en het truttige landschap dat zo vaak in films te zien is aan me voorbij laten trekken. Het is overduidelijk dat het subtropische Florida achter me ligt. Geen palm te zien. In plaats daarvan wel veel naaldbomen en loofbomen in de meest uitbundige herfstkleuren. Ook de Japanse werger, Kudzou, groeit hier volop. Hele stukken bos is ermee bedekt, soms is zelfs een compleet vervallen en verlaten huis ermee overgroeid. Er zijn wel meer vervallen zaken hier te zien. Zo hier en daar staat een brievenbus langs de kant van de weg weg te roesten, een stukje verderop is het een auto of trekker die geduldig staat te wachten tot de kiloprijs voor schroot hoog genoeg is.
De akkers zijn kleinschaliger dan ik verwacht had, al heb ik wel een fors groot katoenveld gezien. Over de katoenteelt was trouwens een heel goed item te horen op NPR. De VS en Brazilie hebben nu een overeenkomst gesloten. Brazilie had gedreigd de import van allerlei goederen uit de VS extra te belasten, omdat de VS tegen een besluit van de WTO in doorgaat met het geven van exportsubsidies voor Amerikaans katoen. Om te voorkomen dat Brazilie dat dreigement waarmaakt is er in alle haast een afspraak gemaakt, en de VS betaalt vanaf nu jaarlijks 147 miljoen dollar aan Brazilie, en in ruil daarvoor gedoogt Brazilie dat de VS de export van Amerikaans katoen blijft subsidieren. Politiek blijft een vreemd spel.

Over politiek gesproken: in Atlanta heb ik een monument bezocht bij een slagveld uit de burgeroorlog.
Daarna stak ik de grens over met Tennessee. De Interstate verandert hier in een enge, kronkelende weg met een maximumsnelheid die hoger ligt dan waar ik me prettig bij voel. Desondanks komen de vrachtwagens je nog vrolijk aan alle kanten inhalen, zelfs als je 70 mijl per uur rijdt.
Het landschap heeft overigens wel een bepaalde charme. Links een steile rotswand van tientallen meters hoog, rechts een meer waarin de herfstkleuren van het bos weerspiegelen. Als je alle auto’s op en de kadavers langs de weg wegdenkt heb je hier een prachtig stukje natuur.

Georgia on my mind

Tuesday, November 9th, 2010

Opeens zit ik in Dublin. Niet in Ierland, maar in Georgia – en da’s in dit geval niet het land dat ingeklemd ligt tussen Turkijë en Rusland, maar de staat ten noorden van Florida. Ik heb een beetje de toeristische route genomen, dus het duurde iets langer dan de 4 uur die ‘t volgens de routeplanner zou moeten duren. In de ochtend heb ik nog wat rondgebanjerd door St.Augustine en een lekkere bagel met roomkaas gegeten, met een flinke bel net iets te slappe koffie erbij, bij een tentje genaamd Schmagels.
Daarna heb ik in plaats van de landschappelijk fraaie A1A de Interstate 95 gepakt. Die loopt recht naar ‘t noorden, Georgia in. Toen kwam er een bord dat me van deze weg af deed wijken; Green Cove Springs!
inderdaad een heel mooie route, maar ik heb geen bron gezien.. Mischien dat ik op de terugweg nog naar Silver Springs kan.
Daarna terug in de richting van Jacksonville. De grootste stad van ‘t land, maar volgens de locals absoluut niet de moeite van het bezoeken waard. Al heeft ‘t wel wat imposants, al die wolkenkrabbers langs de rivier, en grappig om te zien dat een betonnen overspanning voor de snelweg echt rakelings langs de gevel van ‘Public School Number Four’ scheert. Het gebouw is nog helemaal intact, maar, zo leert Google me, staat leeg en het spookt er. Dat laatste beweert men hier van zo ongeveer elk oud gebouw. Hiervandaan volg ik de 95 weer een heel klein stukje, en kom uiteindelijk terecht bij de volgende afleiding; Amelia Island. Eerst American Beach. Nu een schattig dorpje, maar in de tijd van de segregatie was dit een van de weinige plaatsen waar kleurlingen op het strand mochten komen en mochten zwemmen. Daarna bezoek ik het stadje Fernandia Beach. Mooi, maar hiervandaan blijkt de enige weg verder… de weg terug! Zo’n 15 kilometer door dit prachtige moeraslandschap terug naar de Interstate 95. Daarvandaan ben je binnen de korste keren in Georgia. Ook hier ga ik even weg van de snelweg om te zien wat St.Marys in petto heeft en wat later ga ik voor het eerste een kerk binnen; in South Newport staat een van de vele kerkjes waarvan beweerd wordt dat ‘t de kleinste van de Verenigde Staten is. Het is een klein en knus stiltecentrum, 24 uur per dag geopend voor devotie en bezinning – al is ‘t ongetwijfeld niet de allerallerkleinste.
Iets waarover ik me verbaas; een combinatie van een Shell-pomp en een McDonald’s. Hier zou je dus frietjes met benzine kunnen bestellen. Heel apart..
Niet lang daarna wordt het donker. Jammer, want ook in Georgia is het landschap mooi. Langs de kust zag ik vele riviertjes en kreekjes die kronkelend de weg naar de oceaan hebben gezocht (en gevonden) omzoomd met grassige duinen en rietvelden.
Gelukkig weet Vlaamse Lucie zelfs hier de weg – al had ik, nu ik op de kaart kijk, zelf denk ik gekozen hebben om al ter hoogte van Brunswick binnendoor richting Macon te rijden, en niet helemaal Interstate 95 te volgen tot de kruising met de 16 in Savannah.
Morgen verder. Kijken waar ik dan terecht zal komen.

St.Augustine

Monday, November 8th, 2010

Vanmorgen heb ik, na twee stops langs de Indian River, Cocoa achter me gelaten. Omdat ik nog een toegangskaartje had voor het Kennedy Space Center ben ik ook naar de Astronaut’s Hall of Fame geweest. Die’s ook toegankelijk met hetzelfde kaartje.
Daarna volgt een fraaie toeristische route. Eerst via de snelweg naar Daytona Beach, bekend vanwege het ovale racecircuit. Opnieuw roept het strand, en voor een tijdje loop ik langs de Atlantische Oceaan. Naast het lef van de kitesurfers hier, verbaas ik me erover dat mensen hier zelfs een strandwandeling kunnen maken zonder de auto te verlaten; voor 5 dollar mag je met de auto ‘t strand op en in een rustig tempo langs de kustlijn rijden. Via de scenic highway A1A kom ik bij m’n volgende stop. Flagler Beach. Ondanks de hoge golven wordt er gesurft. De Tommy Tant Memorial Surf Classic vindt plaats. Of vond; er was niet veel meer te doen, dus ik vertrek weer. De volgende stop is Fort Matanzas. Een Spaans fort uit 1740. Soms is het mogelijk dat fort te bezoeken met een pontje. Nu kun je ‘m alleen zien liggen aan de andere kant van de Matanzas-rivier. Wel is er een erg fraai wandelpad langs deze historische plek.
Bij het weer verlaten van de parkeerplaats valt me op dat ook aan de overkant van de weg een bruin verkeersbord staat, dus een bezienswaardigheid. Even later ben ik zelf een van de mensen die een strandwandeling maakt zonder daarbij de auto te verlaten. Vreemd om zo langs de branding te toeren, maar het uitzicht is schitterend, en bij de hier geldende maximumsnelheid van 10 mijl per uur doe je best nog wel een tijdje over 5 kilometer toeren langs de branding.
De volgende stop is een korte nabij de vuurtoren in St.Augustine Beach en even later arriveer ik in St.Augustine zelf. Haast een verplichte stop als je in de buurt bent; het is in 1565 gesticht door de Spanjaarden en is daarmee de oudste door de Europeanen gestichte stad in de VS, en je vindt nog steeds gebouwen die echt stokoud zijn, waaronder een houten schoolgebouw die voor het eerst genoemd werd in 1716.
Omdat de omgeving te fascinerend is om in het donker verder te rijden heb ik hier een motel opgezocht. Voor net geen 50 dollar zit ik vannacht in het Economy Inn. Morgen ga ik verder naar ‘t noorden. Zien waar ik dan terecht zal komen.

Cocoa

Sunday, November 7th, 2010

Het zal geen verrassing zijn dat gisteren iets anders verliep dan gepland. Een vroege start en een autorit naar Titusville om nog voor achten op de parkeerplaats aan te komen die ik de dag ervoor had uitgezocht als ideale kijklocatie. De eerste mensen zijn er al. Sommigen hebben zelfs op deze parkeerplaats geslapen. De inzittenden van de auto die voor me parkeert zijn helemaal uit het Verenigd Koninkrijk gekomen om dit te kunnen zien. Aan de overkant van de weg zit een klein schuurtje met de naam Tastee Donuts, die inderdaad erg lekkere donuts verkoopt, en ook de koffie is wel goed. Na dit suikerzoete ontbijt volgt echter minder prettig nieuws op de parkeerplaats. Na de gerepareerde stikstofleiding, de roestende stotz en het slechte weer van de afgelopen dagen volgt nu de genadeklap; bij het vullen van de brandstoftank bleek deze waterstof te lekken. De tanks worden weer leeggepompt en de lanceringsdatum verantert van vrijdagmiddag neer to be announced.
Ik besluit dan maar de rest van de dag door te brengen op ‘t bezoekerscentrum van Kennedy Space Center. Je kunt er gelukkig twee opeenvolgende dagen naar binnen op 1 kaartje, en da’s maar goed ook, want er is daar erg veel te zien – al had ik natuurlijk vele malen liever iets anders gezien.
In de avond ga ik naar Cocoa Beach. Gezellig wat drinken in een woonkamer met 7 meisjes. Zaterdag begint met een bezoek aan een lokale kringloopwinkel en later een vijver waarin lamantijnen zwemmen. Het blijven imposante beesten…
De rest van de dag, na afscheid te nemen van m’n gastvrouwen, breng ik door nabij het strand en een kleine kunstmarkt. In de avond volgt de volgende stop, aan de overkant van de rivier; Cocoa. Hier is vanavond een wandeling langs opengestelde expositieruimten van kunstenaars. Op tafels staan hapjes en in een enkele gallerie speelt een muzikant. Erg leuk. Ik koop een schilderwerkje; een tekening van een flamingo die wel verdacht veel lijkt op de Vitruviusman van Da Vinci :)

Een nieuwe dag, een nieuwe vertraging

Thursday, November 4th, 2010

Dit maal is het het slechte weer waardoor Discovery nog een dagje op de grond zal blijven. Er is 60% kans dat ‘t morgen wel doorgaat.

It’s a small world after all

Wednesday, November 3rd, 2010

Als zoveel kindjes die in de jaren tachtig werden gehersenspoeld door Jochem van Gelder en Melline Mollerus ben ik indertijd overspoeld met beelden van Disney World in Orlando. Ook op mij had dat de uitwerking dat ik misschien net iets te overduidelijk aan ouders heb laten blijken dat ‘t me wel een heeeeel mooi park leek. Dan kun je ‘t niet maken er niet naartoe te gaan als je toch in de buurt bent.
Vandaag was het zover. Wie de Efteling duur vindt moet nu even opletten; voordat je een voet in het magische koninkrijk hebt gezet, ben je meer dan 100 dollar lichter. Ook als je in het park een hapje wilt eten moet je een dikke portemonnee meebrengen.
Voor de rest heb ik me wel vermaakt, al zou het een bonus zijn geweest als het weer wat meer mee zou werken. Het regende nogal. De hele inhoud van mijn portemonnee is doorweekt, en datzelfde geldt eigenlijk ook voor mij. Tot aan m’n sokken aan toe was alle kleding doorweekt.
Ja, en toch, laat op de avond voor ‘t eerst in je nog prille leven de parade voorbij zien trekken, dan snel naar de boottocht ‘It’s a Small World’ om bij het weer naar buiten stappen omringd te worden door de kleurenpracht van die enorme hoeveelheid vuurwerk die de lucht in wordt geschoten – terwijl uit speakers de boodschap schalt dat wensen uit kunnen komen. Het doet toch wel wat.
De wens die ik daar op dat moment deed gaat hoe dan ook niet in vervulling, want de Discovery blijft hoe dan ook ook morgen nog aan de grond.

Edison en Ford

Tuesday, November 2nd, 2010

Naast zon, pretparken, witte stranden en bikini’s zijn er gelukkig ook verantwoorde dingen te zien hier. Vandaag bracht me dat naar Fort Myers, waar Edison en Ford allebei een winterverblijf hadden. Thomas Edison bracht er vanwege zijn gezondheid vier maanden per jaar door, voor Henry Ford was twee weken per jaar genoeg.
Erg interessant om te zien waar twee industriële grootheden hebben geleefd en gewerkt, en leuk wat meer van de beide heren te weten te komen. Dat ze hun vindingen konden slijten aan de Koreshianen wist ik al, maar in dit museum kom je bijvoorbeeld ook te weten dat ze, samen met Harvey Firestone, op deze plek onderzoek deden naar een plantaardige vervanger van geïmporteerd natuurrubber en hoor je over andere vindingrijke dingen. Edison alleen al heeft in zijn leven meer dan 1000 patenten op naam gekregen, en is één van de weinige mensen die 65 opeenvolgende jaren minstens 1 octrooiaanvraag per jaar deed. Hij heeft dus meer dingen uitgevonden of verbeterd dan de fonograaf, kinetoscoop en de electrische stoel.
Dat laatste apparaat liet hij trouwens bewust werken op wisselspanning. Hij vond wisselspanning namelijk maar niks, en door daarmee een gevangene een enkele reis naar de eeuwigheid aan te bieden, kon hij zijn voorliefde voor gelijkspanning ook op een nog altijd beproefde manier op anderen overbrengen. Angst, aangewakkerd door te roepen dat alternating current te gevaarlijk is om in huis te hebben – het wordt tenslotte gebruikt om gevangenen te electrocuteren.

De andere man die hier wel eens leefde, Ford, is naast het automerk dat zijn naam draagt vooral bekend door de uitvinding die de mens veranderde in een stukje machine. De assemblagelijn. Deze efficiënte methode van produceren maakt ‘t voor hem mogelijk zijn personeel 5 dollar per dag te betalen. Het dubbele van wat je elders kon verdienen – en daardoor waren er meteen meer mensen die zich een auto konden veroorloven. Dus handel.
Verder was hij in zijn tijd een van de weinigen die brood zag in het gebruik van verbrandingsmotoren voor het aandrijven van gemotoriseerde koetsen, zelfs al werd hij daarom uitgelachen door de voorstanders van op stoom of electrisch aangedreven wagens. De eerste Fordjes reden niet zo heel veel harder dan voetgangers kunnen lopen, en kennelijk had ‘t iets lachwekkends als er zo’n pruttelend ding tergend langzaam voorbij kwam rijden. dat veranderde snel met de in serie geproduceerde wagens als de degelijke model T, en later de modieuze A. De rest is zogezegd geschiedenis.

Na deze wandeling in de fraaie tuin van Edison en Ford volgde het meest ambitieuze deel van de dag. Een tocht naar Orlando – het epicentrum van de pretparken. De rit erheen was een genot. Lekker naar talkradio van de NPR luisteren, met erg goede items over Russen op de Wolga, een boek over hoe telegrafie, telefonie, televisie en internet allemaal dezelfde cyclus doormaken – van open, vrij en rebels naar gereguleerde ommuurde tuin – YouTubende truckers en meer moois. Dat ga ik missen.
Wel blijft meer dan 333 kilometer snelweg zonder stoppen een hele zit. Tussendoor heb ik eventjes de wenkbrauwen gefornst bij het passeren van de afslag van Gibsonton. Da’s de plek waar in het verleden de circussen overwinterden, toen ‘n circus nog voor een groot deel bestond uit dames met baard, dwergen, degenslikkers en mensen met vreemdsoortige vergroeiingen. Het postkantoor daar heeft een speciale lage balie voor lilliputters.
Ik neem aan dat ‘t tegenwoordig een stad is als vele anderen, maar dan wel eentje met een kleurrijke geschiedenis.

Roadside attractions

Monday, November 1st, 2010

Als een rasechte toeris heb ik me overgegeven aan roadside attractions. Vreemde attracties langs de weg. Gisteren een bijna verplicht bezoek aan Everglades City, met een boottochtje door de smalle watergangen tussen de mangroves. De plek om alligators en wasberen te zien. Ondanks het lawaai van de boot en de bizarre stuurmanskunsten van de kapitein zie je veel diertjes en ontzettend mooie stukjes dichte bebossing.
Vandaag ben ik iets verder naar het oosten getogen, tot Ochopee. Via het kleinste postkantoor van de VS naar de parkeerplaats bij het Kirby Storter Roadside Park. De plee daar stelt niet veel voor; niet veel meer dan een stinkend gat in de grond met een muurtje en een dak, en in plaats van stromend water is er een dispensertje met Dettol – terwijl er niet meer dan een klein pompje en een hydrofoortje (op zonne-energie?) nodig zou zijn om hier stromend water te hebben. De boardwalk die het moeras toegankelijk maakt, daarentegen, is om door een ringetje te halen. Een prachtig moerassig stuk bos vol subtropische planten, veel vogels en als klap op de vuurpijl een uitkijkpunt boven open water, waar baby-alligators over de waterlelies kruipen, terwijl mama-gator aandachtig toekijkt of haar nageslacht niet in gevaar is. Mooi.
Een meer traditionele bizarre tourist trap is het Skunk Ape Research Headquarters. Een plek waar kennelijk onderzoek gedaan wordt naar de mythische mensachtige aap die harder stinkt dan een stinkdier. Die geur schijnt te maken te hebben met de voorkeur van dit wezen zich te voeden met ranzige kadavers. Ondanks de naam heeft het Skunk Ape Research Headquarters niet veel van deze stinkdierapen, op een standbeeld en wat foto’s na. Wel is er een soort dierentuintje die eigenlijk dat woord nog niet waardig is. Een schuurtje met wat exotische huisdieren, dat dekt de lading beter.
Daarna een maaltijd bij een andere fascinerende plek. In Joanie’s Blue Crab Cafe zit naast 2 gasten Joanie zelf, een kok, een serveerster en muzikant Raiford Starke – voor de gelegenheid (Halloween) gekleed in uitbundige kledij en getooid met afro-pruik.
Uiteraard wordt de muziek erop aangepast als bekend wordt dat ik in een voorstadje van Amsterdam woon. De hier bekende Nederlandse muzieknummers Little Green Bag van George Baker en Radar Love van de Golden Earring worden gespeeld. Best grappig. Charmant restaurantje, wel.