Sprookjesland
May 2nd, 2009Er was eens een landje. Bijna nergens ter wereld hadden mensen zoveel individuele vrijheid, zoveel welvaart en zo’n hoge levensverwachting. Dat zou je niet altijd zeggen. De inwoners van het landje hadden namelijk een rare gezamenlijke hobby. Zeuren. Zelfs als alles goed ging, bedachten ze wel een reden om toch ergens ontevreden over te kunnen zijn.
Het makelijkste slachtoffer daarvoor was het weer. Als de mensen over het weer spraken, was het te koud, te nat, te droog, te heet, te donker of te winderig, maar nooit mooi. Klagen hoorde erbij. Al was het eigenlijk niet nodig. De meeste mensen leden een lang en zorgeloos leventje in een open en vrij land. Bij winkels hielden de mensen de deur voor elkaar open, en op straat zegden ze elkaar goeiedag. Zelfs de mensen van de regering gingen op de fiets naar het werk en staken vriendelijk hun hand op naar iedereen die ze tegenkwamen, en kon het zomaar gebeuren dat je op straat een regent een visje zag eten.
Dat was heel bijzonder. In veel andere landen kwamen zulke mensen niet op straat, maar namen ze hun beslissingen in zwaar beveiligde gebouwen, en als het even kan nog achter hoge hekken ook.
De koningin van het landje was heel geliefd. De wereld zag haar als het boegbeeld en visitekaartje van het land. Eigenlijk waren er maar een paar mensen die het ouderwets, ondemocratisch of een rare poppenkast vonden om een koninklijke familie te hebben waarin de funtie van staatshoofd van ouder op kind wordt doorgegeven, maar zelfs zij wisten dat het altijd beter is iemand te hebben die van kinds af aan wordt geleerd verstandig met verantwoordelijkheden om te gaan, dan een systeem waarin iedereen met een vlotte babbel, een mooi hoofd voor TV en invloedrijke vriendjes president zou kunnen worden.
Eens in het jaar gaf de koningin iedereen in het landje een vrije dag, en waren er overal feesten. Je kon gezellig kinderachtige spelletjes doen. In sommige plaatsen was er kermis, op andere plekken muziek, sommige feestjes waren truttig, andere juist stoer, maar overal waren mensen die zoveel bier dronken dat ze er helemaal misselijk van werden.
De koningin zelf maakte altijd een wandeling door een plaats ergens in het land, samen met de burgemeester, om te zien hoe het leven buiten het paleis er precies aan toeging. De rest van het jaar was ze daarvoor te druk.
Op een keer vond een boze meneer het niet leuk dat iedereen plezier had, en een feestje vierde met de koninklijke familie. Hij besloot iets heel ergs te doen, en crosste met zijn auto dwars door een groep mensen, vlak langs een bus met daarin de koninklijke familie, tegen een standbeeld aan. Niemand snapte waarom, en iedereen in het landje was geschrokken en boos. Ik ook.