9 september. Gisteren ben ik aangekomen in Gainesville na een lange rit vanuit State College. Het is de bedoeling dat ik aanstaande maandag terugvlieg naar Nederland, maar er is een goede kans dat er niet gevlogen kan worden, omdat is voorspeld dat de orkaan die op dit moment Cuba teistert de komende dagen over Florida zal trekken. De kans bestaat dat het meerdere dagen niet verstandig is überhaupt naar buiten te gaan. Inmiddels heb ik er vrede mee in dit huis te blijven tijdens het aankomende slechte weer. De proviandkamer is van gietbeton, en op de ramen en de houten uitbouw van de garage na is het hele huis oerstevig. Er is genoeg te eten voor het geval het allemaal wat langer duurt, en er zijn kaarsen voor het geval de stroom uitvalt.
Air France wil komende maandag nog steeds gewoon vliegen tussen Miami en Parijs, maar van American Airlines krijg ik het bericht dat hun vlucht tussen Gainesville en Miami niet meer gaat. Daar was ik al een beetje bang voor, maar het verandert wel het een en ander. Hiervandaan is het ruim 500 kilometer naar Miami, en het is op dit moment erg moeilijk daar te komen. Hierdoor zit er weinig anders op dan weer een keer met de reisverzekering te bellen. Zij adviseren alternatief vervoer te regelen naar Miami of naar huis. Dat had ik zelf ook wel kunnen bedenken.
Hierop volgt een heel gezoek en gepuzzel, die begint met een telefoontje naar de KLM. Dat gesprek duurt bijna een uur, al hang ik het overgrote deel van die tijd in de wacht. Wel trek ik al snel de conclusie dat ik al een paar dagen eerder met dit nummer had moeten bellen. In tegenstelling tot wat mij eerder via Facebook Messenger werd medegedeeld, had men mij gewoon op een terugvlucht vanaf een ander vliegveld kunnen zetten. Zonder die change fee van 300 euro. Ik hád achteraf dus gewoon vanuit het noordoosten terug naar huis kunnen gaan. Dan had ik alleen iets moeten bedenken om de auto netjes terug te brengen. Er zit duidelijk een muur tussen degenen die de helpdesk bemensen, en degenen die daarwerkelijk directe toegang heben tot het reserveringssysteem.
Terwijl ik met KLM en de codesharepartners bezig ben, wordt er in Europa duftig meegepuzzeld. Mijn schoonzus heeft er een dagtaak aan om alternatieve terugreizen te zoeken, met de meest exotische vliegvelden als overstap. Heel indrukwekkend.
Uiteindelijk lukt het een vlucht te bespreken die vertrekt vanaf Atlanta. Ongeveer net zo ver weg als Miami, maar een stuk noordelijker, en dus verder bij het slechte weer vandaan. Ik krijg een reservering die binnen vijf uur bevestigd moet worden met creditcard. Dat probeer ik telefonisch te doen, maar dat lukt niet. Bij het terugbellen wordt de verbinding verbroken na zeven minuten wachten verbroken, en de tweede keer al na twee minuten.
Ik besluit de zinnen te verzetten, en te proberen een binnenlandse vlucht toe te voegen aan de boeking. Hiervoor ga ik naar de balie van het regionale vliegveld, vijf kilometer hiervandaan. Daar krijg ik te horen dat de meeste reguliere vluchten van de komende tijd geschrapt zijn, maar dat er voor vanavond een extra vlucht is ingepland, die alleen telefonisch geboekt kan worden. Ik krijg een handgeschreven briefje met het vluchtnummer mee, en een gedrukt kaartje, met het telefoonnummer van Delta Assist.
Het is eigenlijk wel verfrissend er eventjes tussenuit te kunnen. Het grootste deel van de dag heb ik vanuit de woonkamer op internet en achter de telefoon gezeten, en ben daar wel een beetje gaar van. De weersverwachting is weer aangepast, en het is nu de verwachting dat het oog van de storm recht over Gainesville zal trekken. Mensen met een mobiele telefoon kan dat haast niet ontgaan zijn. Eerder vandaag is er een cellbroadcastbericht verstuurd met het advies te vertrekken, en wat later volgde ook een SMS: “Reist u naar Floria of bent u in Florida? Volg het advies op van de lokale autoriteiten, hotelmanagement of reisorganisatie. NL ambassade Washington.”
Dit soort informatie wordt serieus opgevolgd. Veel mensen zijn vertrokken. De tolweg is tijdelijk gratis, en Tesla‘s hebben ongevraagd een software-update gekregen, waardoor hun auto ineens een veel grotere actieradius heeft. Wie niet kan of wil vertrekken, bereidt zich op andere manieren voor. De lokale schoogebouwen zijn open, en fungeren als schuilkelder. Bij veel huizen zijn de ramen en deuren dichtgetimmerd. Dat biedt een dystopische aanblik.
Weer terug in huis probeer ik het nummer van Delta Assist. Ik krijg een ingesproken boodschap te horen met de mededeling dat het erg druk is, maar dat ik zo snel mogelijk teruggebeld word. Wat een service. Na iets meer dan een half uur bellen ze zélf terug, en nog weer een half uur later is alles rond. Vanavond vlieg ik naar Atlanta, en morgenmiddag door naar Amsterdam.
Het wordt nog haasten om m’n tas in te pakken, en kritisch te kijken welke dingen ik mee kan nemen en wat ik achter moet laten. Ik geloof heel erg in stroopwafeldiplomatie, en heb daarom een grote doos Kanjers meegenomen. Die is nog niet helemaal leeg, maar gaat écht niet meer terug naar Nederland. Datzelfde geldt voor de fles vloeibaar wasmiddel, de nog niet helemaal uitgelezen boekjes uit de Little Free Library, en een aantal eclipsbrilletjes. Ze vinden hier een nieuw huis.
Dit huis heeft een centraal geluidssysteem. In elke kamer hangt een kastje ter grootte van een lichtknopje, waarmee het geluid per kamer harder, zachter, of uit kan worden gezet. Een abonnement op Pandora doet de rest. Eén van de nummers die tijdens het inpakken en organiseren van m’n bagage voorbijkomt is What a Wonderful World. Die komt duidelijker en overweldigender binnen dan ooit tevoren. Waarschijnlijk omdat ik vorige maand naar het Zomergasten-interview met Glenn Helberg heb gekeken, maar misschien zijn er wel meer redenen.
Ergens voelt het lullig om zo overhaast het huis te verlaten. Alsof ik met de staart tussen de benen wegvlucht. Toch is er begrip, en ik word zelfs weggebracht naar het vliegveldje. Zuidelijke gastvrijheid. Straks willen ze proberen twee auto’s naast elkaar in de garage te stallen, zodat ze droog en beschut staan. Daar kan ik helaas niet mee helpen; tegen die tijd zit ik in de vertrekhal.
Rond acht uur ‘s avonds loopt er ineens een groep mensen door het terminalgebouw richting uitgang. Het vliegtuig uit Atlanta is net geland, en geheel tegen mijn verachting in, zijn er dus mensen die nog net voordat de storm losbarst hiernaartoe willen. Ik hoop dat ze vervoer geregeld hebben naar hun eindbestemming. In de lucht hebben gitzwarte wolken zich dreigend samengepakt. Het ziet er behoorlijk dreigend uit.
Kort nadat de inkomende passagiers het vliegtuig hebben verlaten, wordt begonnen met boarden. Niet veel later komt het toestel in beweging, en na een stukje taxi’en wordt opgestegen. Buiten is het inmiddels gaan waaien, en klettert de regen naar beneden met een heftigheid die te vergelijken is met de bui van 13 augustus. Dat was het staartje van Harvey. Dit is het neusje van Irma.